9 oktober 2020 – Vorige week, 11 uur ’s avonds, Padua, een bakstenen galerij aan de Via S. Francesco. Een stevige hand pakte mijn schouder: “Nu goed opletten, jongen.”
Een overval?
Bijna. Ik beeldde mij in dat de beroemde architect Aldo Rossi mij toesprak.
Ik was in Padua om met 30 vakgenoten over stadsvernieuwing te praten. Het was teleurstellend om wéér mee te maken hoe enkele collega’s de positie van de architectuur overschatten. Hele stadsdelen werden weggezet als Tussenstad ‘zonder kwaliteit’. Het was bemoedigend om te zien hoeveel grondiger anderen werken.
Terug naar de avond ervoor. De galerij heeft deuren naar de S. Francesco kerk en het bijbehorende klooster, ziekenhuis en kloosterhof. De bakstenen gewelven houden al het acht eeuwen uit. In Padua zorgen ze voor beschutting tegen zon en regen. Zij vormen het decor voor kerkgangers, ziekenbezoekers en haastige voetgangers. Dit soort gebouwen kon men toen met de linkerhand bouwen.
Aldo Rossi had wat met Padua – en de bewezen eenvoud in die stad. Thuis werk ik verder aan de palazzotypologie van een nieuwe opdracht.