21 mei 2018 – Er bestaan twee soorten woningbouwtypologie. De eerste bestudeert de extreme mogelijkheden. Ik noem dat altijd de Sherwood-aanpak, naar Roger Sherwood die het beroemde naslagwerk Modern Housing Prototypes samenstelde. Onherroepelijk gaat het in deze benadering om de experimenten met ingewikkelde doorsneden en ontsluitingsprincipes. Het leidde tot de canon waarin Siedlung Halen en de Unité d’Habitation, woningen voor de Zwitsere en Franse bourgeoisie, de hoogtepunten zijn. Ik ken deze boeken goed. De bruikbaarheid van deze experimenten, ontworpen door de helden van de hoge architectuur, is mij echter niet altijd duidelijk.
De tweede woningbouwtypologie stelt niet de extremen centraal, maar de grote bouwstromen. Ook deze typologie signaleert experimenten. Die hebben niet als doel om heroïsche extremistische voorbeelden te leveren. Het gaat om het bevorderen van de kwaliteit van de woningbouw van de grote aantallen. De auteurs van deze experimenten zijn niet heel bekend geworden (al is in Amsterdam Noord bijvoorbeeld een hele buurt genoemd naar de woningbouwer Jan Ernst van der Pek). Ik vind deze typologie sympathieker – en bruikbaarder voor mijn eigen werk.
Mijn collega’s bij het architectenbureau Rijnboutt hebben onlangs een ‘chronologie van de woningplattegrond’ gepubliceerd. Het is een duidelijk voorbeeld van deze tweede benadering van de woningbouwtypologie. Je kunt er niet teveel van hebben. Rijnboutt maakte een tijdlijn vanaf 1870 met plattegronden van arbeiders- en middenstandswoningen. Alle plattegronden zijn opnieuw getekend en van kengetallen voorzien, zodat zij vergelijkbaar zijn.
De architecten van dit werk zijn, behalve de eerder genoemde Van der Pek, figuren als Van Loghem, Brinkman, Oud, Van Tijen en Van den Broek (en Kees Rijnboutt zelf). Eervol vind ik het, dat één van mijn allereerste gerealiseerde woningcomplexen is opgenomen.
In deze chronologie illustreren de sociale huurwoningen in Singels, Ypenburg het Vinex tijdperk. Interessant aan deze woning is dat de smalle beuk toch ruimte biedt aan een goede eetplek aan de straat. De begane grond is open, maar laat de mogelijkheid om de gang zó uit te breiden dat de trap en de keuken zijn af te scheiden.