23 maart 2016 – De taken voor de modelwijk aan de Spree zijn verdeeld. De 34 deelnemende architecten trokken daarvoor lootjes bij Claudia Kromrei, voorzitster van de Berlijnse Werkbund. Elke architect gaat ontwerpen maken voor drie locaties die later in juli aan elkaar worden gemonteerd. Uiteindelijk krijgt iedere architect een vervolgopdracht om een van de voorstellen verder uit te werken.
Voorafgaand aan de loting was heftig gediscussieerd over de uitgangspunten voor het gevelontwerp, de materialen en, jawel, de dakvorm. Dat leidde niet tot overeenstemming. Het bleek, ook onder gelijkgestemde architecten, nog niet zo eenvoudig om gemeenschappelijk een standpunt in te nemen. De aanwezigen beleden gretig ‘aan de stad’ te willen bouwen. Maar welke stad bedoelden zij? En voor wie en van wie is die stad? Toevallig las ik in het vliegtuig terug naar Amsterdam een stuk uit Richard Sennett’s boek ‘Together’:
Een muziekrepetitie levert niets op als een muzikant uitleg gaat geven over de ‘Betekenis van het Schubert Octet’ of als alle muzikanten het culturele belang daarvan bespreken; de repetitie zou dan tot een studiebijeenkomst worden. Weinig repetities verlopen als een filosofische studie. Muzikanten met een goede repetitievaardigheid werken forensisch en onderzoeken concrete problemen. Veel muzikanten zitten weliswaar niet om een mening verlegen […], maar deze meningen overuigen slechts als zij gestalte geven aan een bijzonder moment met een gezamenlijke klank. Die sensatie spreekt misschien wel het meest voor de artistieke samenwerking in een muziekrepetitie: samenwerking wordt van de grond af aan opgebouwd.
Misschien is juist het ontbreken van vooringenomenheid een belangrijke voorwaarde om in Berlijn een echt experiment te doen. Ik denk graag dat juist de gedachtewisseling het Werkbund-avontuur inhoud geeft. Het is een bescheiden aanpak die past bij een tijdsgewicht waarin grote idealen ontbreken, maar waarin de ontwikkeling van duurzame stadsontwerpen urgent is. Als Nederlandse architect vind het ik prikkelend om mee te maken dat bekende internationale collega’s de praktische fundamenten van het vak, het kiezen van materialen en het bouwen van gevels en daken zo principieel en ernstig bespreken. Daarvoor moet je blijkbaar naar Duitsland. De discussies in Berlijn hadden in elk geval veel weg van de muziekrepetities die Sennett zo hoog heeft zitten. Hopelijk is daar inderdaad een samenwerking ‘van de grond af aan opgebouwd’ en slagen wij erin om samen ooit een veelstemmige klank aan de Spree te laten klinken in de vorm van een gedifferentieerd stuk stad.