hekje_oranjeboomstraat_lowres

20 februari 2015 – Tijdens mijn gastcollege keek ik omhoog. Zaal A van de bouwkundefaculteit aan de TU Delft bleek geen plafond te hebben. Het verbaast eigenlijk niemand meer. Ik zag een wirwar van houten latten, staalconstructies en ventilatiekanalen. Het betonnen casettedak van het gebouw leek daar nog eens acht of tien meter boven te zweven. Het is gewoon geworden dat gebouwen niet meer afgemaakt worden en zich permanent voordoen als provisorisch opgelapt. In de renovatiewereld is dit een rage geworden, zo kon ik als redacteur van het Architectuurjaarboek constateren. Toevallig ging mijn college precies over dit fenomeen: het permanent provisorium. Iederéén lijkt dat te kunnen. Waarin is de architect nog uniek?

Na afloop reed ik naar de bouwplaats aan de Oranjeboomstraat. Ik was benieuwd naar de hekjes die geplaatst waren. Uitvoerder Joop Boere liet mij zien hoe dat was gegaan. We keken naar het gebogen staalwerk, de geperforeerde aluminium plaat en de bevestiging in de dagkant van het steens metselwerk. Het was nog een hele kunst geweest om het hekje te monteren. Dat lag niet aan het ontwerp als zodanig, wel aan alle onregelmatigheden van de materialen en de gekozen productiewijze. Joop wilde het hekje graag zo natuurlijk mogelijk stellen. Niks provisorisch.

Wij waren het erover eens dat dat juist een van de meest bevredigende expertises van het bouwvak is: de dingen zó bedenken en zó bouwen dat al die eigenaardigheden in je voordeel gaan werken.

Download college Towards_a_Critique_of_Change